Eindelijk maar publiceren dit draak van een stuk... Heb steeds geaarzeld om dit stukje rit-in-de-emotionele-rollercoaster te delen, best kwetsbaar.
Nu keek ik gister naar deze documentaire: "Een bizarre maar optimistische film over de kracht van de verbeelding. De familie Angulo wil naar het beloofde land Zweden, maar door economische omstandigheden komen ze niet verder dan een klein appartement in het, in vaders ogen, verdorven New York. De ouders besluiten hun zes zoons binnen te houden. Moeder geeft hen thuis les en vader geeft hen films, veel films. De opgroeiende broers leren de wereld kennen door middel van de verhalen en de werkelijkheid van de films die zij zien. Ze schrijven scènes uit en spelen favoriete scènes na in zelfgemaakte kostuums en decors, zoals scènes uit Reservoir Dogs en The night before Christmas. Regisseur Crystal Moselle leert de jongens op straat kennen wanneer ze als Wolfsroedel (Wolfpack) gemaskerd en verkleed New York verkennen. Zij raakt onder de indruk van deze jongens die de wereld om hen heen becommentariëren vanuit hun bijzondere perspectief gebaseerd op de filmische werkelijkheid die zij kennen van de meer dan 5000 films die ze thuis hebben gezien"
Opnieuw geraakt door de 'kracht van de verbeelding' heb ik zelf ook weer moed gevat. Zo werkt het....
Daar komtie dan.
Dus, de auto begaf het op weg naar een kort weekje vakantie bij Peter, in een mooi huis, dat ik ontdekt heb tijdens twee retraites die ik daar heb gedaan. Al eerder hebben wij daar een paar dagen een kamertje gehuurd. Een fijne plek.
De wegenwacht bracht ons naar een vervangende auto en onze auto naar de garage. Opvallend genoeg is dit niet de eerste keer dat de auto ons in de steek laat op weg naar vakantie. Het lot wil er iets mee zeggen, blijkt. Maar in tegenstelling tot de andere keren, bekroop mij bij het thee drinken in een bezinestations langs de snelweg tijdens het wachten op de wegenwacht, een soort gevoel van vrijheid. In plaats van mij slachtoffer te voelen, voelde ik mij ineens op een bepaalde manier wakker. De bekende, zo vaak bewandelde paden werden vervangen door iets onbekends, een avontuur. We moesten improviseren, creatief zijn.
Nu moet ik zeggen, dat ik zo'n soort gevoel ook al had toen ik afgelopen kerstvakantie terug kwam uit vakantie in Spanje. Een gevoel van, ja, ik hou niet van vliegen en niet van door tunnels rijden en niet van gevaarlijk kronkelende zandwegen of van steile wandelingen in het donker, en ook niet van onbekende plaatsten en drukke attracties en al zeker niet van lang moeten wachten op een vliegtuig en van nachten niet slapen vanwege rare vluchttijden en ook niet van te veel in een groep zijn en niet van vreemde toiletten en van parfum luchtjes en ga zo door... Sterker nog, heel mijn systeem is gericht op angst en afwijzing van al deze en nog veel andere situatie. De beloning was natuurlijk groot: het verblijven in een paradijselijke locatie midden in de bergen met alleen maar blauwe luchten en verblindend zonlicht – iets wat op mij een acute heilzame werking heeft – met uitsluitend het geluid van stromend bergwater en vogelgezang en de enorme rust dat deze omgeving met zich meebrengt. Maar er was nog iets nieuws, iets dat buiten het 'fijn - niet fijn' spectrum stond; toen ik thuis kwam merkte ik een ander verdienste, een gevoel van voldoening, juist omdat ik al die dingen deed en heb doorstaan. Ik heb het gedaan, jee! Iets ging er open. Ik begon erover te fantaseren om te gaan reizen.
Ik ben niet gewend in mijn fantasieën te geloven. Ik heb zo vaak ideeën en fantasieën waar ik geen raad mee weet. Bij thuiskomst raakte ik in een soort winterdepressie. In Nederland was het begin januari zo diep somber dat ik bijna weigerde te erkennen dat ik er überhaupt was. In mijn fantasie was ik nog in Spanje. In dat zonlicht. Dit gevoel veranderde langzamerhand in de gewone sleur, maar blij werd ik niet. Ik worstel al zo lang met depressieve en angstige gevoelens, en die waren er allemaal weer. Gewoon weer somber.
Totdat de auto op weg naar Kranenburg stukging en dat gevoel van wakker zijn mij weer bekroop.
In Kranenburg, een dorpje voorbij de grens bij Nijmegen, hadden we eigenlijk geen auto nodig. De plek is zo mooi en er is alles. Een mooie grote keuken – eten hadden we genoeg bij ons – een geweldige meditatiezaal om in te mediteren, te yoga'en, te tai-chi'en e.d., een grote woonkamer met een piano, diverse eet- en zithoeken, een houtkachel en buiten, de prachtige glooiende tuin met daar direct achter, bos, bos en bos.
En wanneer we een boodschapje nodig hadden, deden we dit lopend, helemaal geen zin om de auto te gebruiken. Goed voor onze conditie.
En toen moest die vervangende, ongebruikte, auto terug en wat dan? Dan maar verder zonder auto. We besloten om te kijken wat het zal worden. Mijn zoon kon ons komen ophalen, nog iemand bood aan om ons te rijden en er was ook nog altijd openbaar vervoer, alleen is het zo dat wij bepakt waren voor een autovakantie, dus daar ging er een tas in en nog een tas en nog een met van alles en nog wat zoals spelletjes, hoofdkussens, yogamat, haakwerk, tekenspullen, boeken en ga zo door, en dan ook nog kratten met eten, de gitaar en noem het maar op...
Maar ja, eerst de auto terug brengen maar. De weg terug was al heel interessant, met twee plaatselijke bussen die niet zo vaak gingen en daar tussenin veel moeten lopen, zoeken, vragen, wachten, en nog eens lopen van het dorp naar onze vakantieverblijf. Moe, koud, maar voldaan kwamen we er uiteindelijk. Ook die dag bekroop mij dat gevoel: het is misschien minder gemakkelijk, minder vertrouwd en er zijn veel meer obstakels dan ik zou willen, maar ik voel me vrijer, ik voel dat ik leef, ik wil meer.
De laatste dagen hebben we doorgebracht met meer van hetzelfde, binnen en buiten mediteren, wandelen, lezen, muziek maken, nog een keer naar het dorp lopen op uit te gaan eten en als beloning voor de omweg in die vrieskoude nacht, een grote gele volle maan die lekker bovenop twee wolken lag te drijven...
Nu zullen er mensen zijn die zullen denken, nou nou, een beetje met openbaar vervoer reizen, een beetje lopen, wat is daar zo bijzonder aan? Het gevoel is voor mij bijzonder. Het perspectief. Ik ontdek dat ik mijn leven heb ingericht rondom gemak, veiligheid, voorspelbaarheid. Ik vermijd verassingen, herrie, drukte, luchtjes en ga zo door. En ik ben depressief en angstig. Angstig voor al die dingen die er kunnen gebeuren. Depressief door het vermijden ervan. Ik heb een soort steriel leventje gecreëerd waarbij verassingen en afwijkingen niet welkom zijn. Dit mechanisme houdt zichzelf in stand: hoe sterieler, hoe angstiger. Maar ineens, bij het onzeker lopen zoeken naar een bus op een onbekende plaats, of bij het meegenomen worden door een verassend aardige wegenwacht medewerker, of het moeten sjouwen met zeven tassen en een gitaar in overvolle treinen, en naar het station weggebracht worden door een welwillende man, bij het moeten improviseren, bij het moeten vertrouwen op anderen, op het lot, op de gang van zaken, kwam ik tot leven, ik dacht ook, laat ik het maar nemen zoals het komt, en ineens was het geen cliché meer of een mantra, het was het meest praktische om te doen.
Tijdens het mediteren in de tuin, in de winterse zon bij Peter nam ik het besluit om er tussenuit te gaan. Om een time out te nemen om echt op adem te komen. Ik probeer al zo lang opnieuw te beginnen, maar misschien kan het niet zomaar. Misschien moet er even een punt achter om daarna pas opnieuw te kunnen beginnen. Ik voel me blijer en opgeluchter dan ooit. Het is ook eng, maar anders eng.
19-4-2016 – Leegte
En kijk nou eens, zo gezegd, zo gedaan. Ja, echt, al kan ik het nu nog niet bevatten, zoveel is er gebeurd in die korte tijd.
Op 1 april heb ik de leerlingen uitgezwaaid, en het was geen grap, sterker nog, het was behoorlijk heftig, dat had ik niet eens zo verwacht. Zowel leerlingen als ouders vonden het jammer dat ik voorlopig ging stoppen, al konden ze begrip opbrengen. Lieve berichten, begrip, maar ook verdriet en zelfs een huilend meisje op les. Aan het einde mooie kaarten met wijze woorden en lieve cadeautjes, echt hartverwarmend, zeker gezien mijn eigen zelfbeeld, namelijk: 'niks waard'. Het drong ineens door, ze waarderen mij, echt. De laatste lessen waren ook erg leuk en ontspannen. Desalniettemin staat mijn besluit vast.
Ik laat het voor nu allemaal even achter. Thuis keek ik met ongeloof naar mijn mooie studio vol herinneringen, vol instrumenten, vol bladmuziek van alle mogelijke formaten. Op de piano nog allerlei kopietjes, een tekening van kinderhanden... ik heb nog even een afscheidsmelodietje gespeeld op de mooie Pleyel in de studio – normaal gesproken 'de piano van de leerlingen', 'mijn piano' is de Schimmel die benden staat – maar nu wilde ik hem weer even horen, en wat klonk hij prachtig!
Even terugblikken, niet weinig gedaan, met zangers en instrumentalisten gespeeld, klassiek en licht, koren begeleid, zes koren gedirigeerd, drie koren opgericht, muziektherapie gegeven, en in wezen vanaf mijn achttiende al pianoles gegeven. Dit is pak en beet vijfendertig jaar.
En nu zit ik hier en mis ik mijn leerlingen. Nu komt het gevoel. Die leuke puber meiden en jongens en die schattige kindjes die wekelijks bij me kwamen en met wie ik de passie voor muziek kon delen. Leuke leerlingen had ik ook. Dit hoort erbij, verdriet, afsluiten en nu ga ik ervoor al weet ik totaal niet waar precies heen, en al voelt het op dit moment helemaal niet zo hoera-achtig.
Een Nieuw Tijdperk. Iets wat ik heel lang wilde. DE Wending, HET Omslagpunt, DE Verandering, hoelang heb ik hier niet over gefantaseerd, hoe vaak heb ik getwijfeld en getobd?
Kort en krachtig doorgezet, ben er een beetje beduusd van. Afscheid van de leerlingen nog amper genomen en mijn huis als B&B te huur gezet. Hard gewerkt en mijn perfectionisme mocht dit keer behalve angst en slapeloosheid ook superresultaat werpen, een erg knus en fris huisje en meteen zes boekingen, in een maand! Jee!
En nu zit ik bij Peter achter de computer in de mooie kamer, buiten is het groen, het bos is mooi, het weer wil ook meewerken. En ik ben niet blij. Ik ben moe, leeg, voel me een beetje verdrietig en ontheemd. Natuurlijk kan ik altijd naar huis (tussen de gasten door dan), ik doe dit voor een maand als een proef om te kijken of het werkt, niks aan de hand. Afwachten, voelen, laten komen wat komt, dat wilde ik toch? Even er doorheen, logisch dat ik moet omschakelen, toch? Even de boel open houden, en kijken. Ja, toch?
22-4-2016 – Twijfel
Vanavond is het Pesach, het feest van de vrijheid, de bevrijding van de slavernij. De volle maan is ergens achter de wolken. Een beetje mis ik de Pesach-bedrijvigheid die nu in Israël heerst. Ik zou er eigenlijk heen gaan, maar toen bedacht ik me en besloot om naar Duitsland te gaan – weet je nog? - en nu zit ik hier. Altijd dubbel het gevoel rond dit soort momenten, aan de ene kant er niks om geven, wat heb ik nu eigenlijk met die feestdagen? Waarom zou ik ze vieren? Aan de andere kant een oud gevoel van erbij horen, van saamhorigheid, maar is die eigenlijk wel ooit geweest?
Vannacht had ik een soort paniekaanval. De reden: geen keuzevrijheid. Daar heb je het thema weer. Ik moest van mijzelf meedoen met de retraite die hier start, anders zou iemand kunnen denken dat ik een slappeling ben. Zoiets. Ik heb vrij genomen, maar ben ik dan gelijk vrij? Nee dus. En wat is het eigenlijk, vrijheid? En is het een blijvende toestand? En is er dan wel verschil tussen werken of niet werken? En tussen thuis zijn of elders zijn? In de stad of in de natuur? In Europa, in Israël, of verder weg?
'Waar je ook gaat, daar ben je', luidt de titel van een boek over mindfulness, de kunst van het zijn. En zo is het natuurlijk ook. Je neemt je angsten mee, en je spoken, je geschiedenis, je gewoontes. Wat is dan de nut? Dat ga ik hopelijk ontdekken. Nu nog maar net een weekje weg, geduld hebben, nieuwsgierigheid, interesse, open blik. De overtuiging waarmee ik het eerste stuk hierboven in februari had geschreven is enigszins vervaagd. Maar een doorzetter zoals ik ben, ik ga het ontdekken...
Elke dag wandel ik. Lekker in het bos, vandaag langs een mooie plas. Paniek kwam op bezoek ook toen ik in mijn eentje over een smalle houten brug moest lopen, waar een deeltje van ontbrak... meestal hou ik me vast aan Arno, maar hij kan niet altijd mee. Dit wordt ook spannend.
Niet te veel denken, niet te veel plannen, beslissen vanuit het hart, niet vanuit het hoofd. Dit is misschien de hoofdverdienste van zo'n tijd vrij, dat dit mogelijk is. Nu nog oefenen. De retraite is begonnen, ik doe niet mee. Ik doe weer de truc, ik hou een eigen retraite, mijn eigen beoefening luidt: 'negeer de retraite', vergeet de leer, de leraar, de regels en vind je authentieke stem, je ware behoefde. Zo.
28-4-2016 – paniek
Vanochtend heeft het tweede deel van Philipp Glass's vioolconcert mij van mijn ligplaats op mijn yogamat opgetild en neergezet in zachte, weidse grasvelden gelegen in hogen bergen. De schone berglucht vulde mijn longen, een kalmte kwam over mij heen, dit alles terwijl ik starend naar waterreflectie vanuit de dakgoot op het plafond mijn ledenmatten aan het strekken was, ja, ik ben thuis. En zo ineens kreeg ik lucht, ruimte, ineens was het gevoel waar ik heel dit avontuur door begonnen ben, weer helemaal daar. Gelukkig hebben ze bij radio vier, tegen hun gewoonte in, niet direct een of ander marsmuziek, of een stevige hoornconcert er achteraan ingezet, maar gingen nog even verder met verstilde lichtdruppels muziek, clair de lune van Debussy. Nog even ademruimte dus. Dat had ik even nodig
Zondag thuisgekomen voor een pauze van het-vechten-tegen-het-vechten, van de-retraite-van-de-retraite, van het zo-hard-proberen-te-ontspannen, dat allemaal gepaard begon te gaan met hyperventileren en paniekaanvallen. En wat dacht je, thuis kreeg ik het nog te kwader. Er zijn mensen in mijn huis geweest, ja, dat wilde ik toch, een B&B, een perfecte nog wel. Die lekker loopt ook. En de mensen kwamen en gingen, en ja, dat kon ik zien en ruiken en voelen. En de paniek sloeg hevig toe. Resultaat, drie dagen paniek, migraine en diaree.
Maar nu dacht ik, ik heb toch wel wat ervaring opgebouwd in oktober, waneer ik een maand lang last had van dit soort grappen. Wat heb ik ook al weer geleerd? Wat heb ik nodig? Ja, ik weet het nog wel. Warmte, liefde, veiligheid, zelfcompassie. Vriendinnen gelijk ingeschakeld, hoe fijn het is dat ze voor me klaar staan, kan ik in woorden uitdrukken, een paar woorden, een kop thee samen, een knuffel. Mijn meditatiegroep, een warm bad, zeer heilzaam. En dan de liefde voor mijzelf, daar heb ik ook al mee geoefend. Verder naar mijn fijne huisarts, die had voor mij een wonderzalf en wat pilletjes. En toch, en toch, de paniek is zo sterk.
Straks naar mijn fantastische acupuncturist en ook naar de psycholoog. Ik voel me gevoed, en nu net vanochtend die Glass die mij er even uit heeft getrokken, voor zolang het duurt.
Het lijkt zo simpel. Die weidsheid is altijd beschikbaar. Neem adem, kom in je lichaam, voel, adem nog eens, luister, tast, ruik en je bent er. Hoe presteren de spoken het dan toch om mij keer op keer hun gevangenis in te lokken? Vipassana leraren zouden zeggen: gebrek aan mindfulness. Blijven opletten, in het moment zijn, aanwezig zijn dus. Maar er is meer. Er is zeker meer. Er zijn de keuzes, het doen. Wat doe je met de angsten behalve te voelen?
1-5-2016 – terug in het zadel
Opgeladen en wel ben ik samen met Arno weer terug in Kranenurg. Het is een feit - hoewel, in hoeverre is iets een feit wanneer alles ook blijvend veranderlijk is? Maar ik schijn een flinke angststoornis te hebben die gepaard gaat met dwanggedrag.
Door cognitieve gedragstherapie leer ik de irrationaliteit van sommige gedachten in te zien en ander gedrag toe te passen. Met mindfulness meditatie leer ik ze maar te laten zijn voor wat ze zijn, het zijn immers maar gedachten en je hoeft ze niet altijd te geloven. Met zelfcompassie leer ik ondanks alles toch van mijzelf te houden. In oktober kwam ik er goed uit naar mijn idee, en toch, een terugval.
Daarom gingen ook tijdens het verblijf op mooi Rivendel contacten met medebewoners, familie die op bezoekt kwam, of een dag oppassen op mijn
heerlijke kleindochter, helaas weer gepaard met veel
spanningen en angst.
Tussen de bedrijven
door hadden Arno en ik onze eigen ritme gevonden en hebben kunnen genieten van de natuur, van
elkaar en van onze eigen 'normale gek doenerei'...
16-5-2016 – weer pech onderweg
Op weg terug naar huis, na twee weken van een prettige afwisseling tussen werken (Arno), veel in de zon zitten (ik) en wandelen (samen), zijn we bij de Duivelsberg gestopt voor een laatste wandeling en heerlijke pannenkoeken. We hadden het kunnen weten, het heet toch niet voor niks de Duivelsberg? In de auto ingebroken, twee ramen ingeslagen, Arno z'n computer, ipad, toetsenbord e.d. gestolen, plus nog wat van mij. Stom stom stom, ja, nu weten we het, niet zo naïef zijn, 'het is een natuurgebied, er kan niks gebeuren'.., wij zijn TE goed van vertrouwen. Sinds thuiskomst een hoop geregel en gedoe met verzekeringen en aangiften. Op een rare manier lukt het mij niet om boos te zijn. Met een onbestemd gevoel loop ik enigszins re hyperventileren.
19-5-2016 – afronding van het hoofdstuk
Deze maand was leerzaam en turbulent, leuk en niet leuk. De eerste stap is gezet. De bottom line blijft gelijk aan de top line oftewel mijn intentieverklaring van februari, ik ga ervoor. Het is een noodzaak. Er is een vraag ontstaan: in hoeverre heeft de plek waar ik me bevind significante invloed op mijn gemoed? En is er een plek waar ik me zo goed voel dat ik er langer wil blijven? Misschien toch in Israël, of op een andere zonnige plek. Bergen, zee, openheid, stilte. Ik ga het zoeken, ik ga het hopelijk vinden, ook al betekent dit dat ik mijn dierbaren minder ga zien. Ik moet dit keer voor mijzelf kiezen. Het is behoorlijk onwennig, ik kan het niet goed, ik struikel zes keer per dag, maar ik ga, ik ga, ik ga.
Tijdens een stilte wandeling in het bos kwam de tekst van dit lied in mij op. Het resoneerde met de vraag die door mijn hoofd ging: komen er nog rustige, vredige tijden? Als zuiverend water hielp het mij even om de spanning van mij af te laten glijden, en zo ging het bij mij ook even behoorlijk stromen.
Ik heb een poging gedaan om de tekst te vertalen:
Zal het zijn?
Zal het zijn dat een dag er nog komt
Vol van gunst en vergeving?
En je loopt op het veld
Als een wandelaar, simpel en recht
En het bloot, en het bloot van je voet
Wordt gestreeld door het bladige onkruid
Of het mes van de graan
Doet je pijn, maar de pijn is zo zoet
Of een bui haalt je in
Met zijn horde van knettren'de druppels
Op je schouders, je borst, op je nek
En je hoofd opgefrist
En je loopt in het vochtige veld
Met de stilte wijd in je
Als het licht, aan de rand van een wolk
En je ademt, je ademt
De lucht van de groef
Met kalmerende adem
En je ziet dan de zon
In een spiegel van water en goud
En eenvoud, zo eenvoudig
Zijn dan ook de dingen
En levend en tastbaar
En liefhebben is goed
Ja, liefhebben, liefhebben is goed
Heel alleen loop je dan op het veld
Niet verbrand door het gloeien
Van de brand op de wegen die stijf staan
Van gruwel en bloed
En met zuivere hart ook dit keer
Ned'rig geef jij je over
Net of ben je dit gras, net of ben je een mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten