Vijf dagen mediteren. De groep telt negen mensen. Van 5 uur in de ochtend tot 9 uur in de avond zitten we, lopen we, doen we yoga, eten we, leven we in stilte en in vertraging. Alleen de leraar spreekt soms. In de avond is er les. Les in Boeddhisme.
De geest reinigt. Patronen worden zichtbaar. Contact tussen mensen blijkt evengoed te bestaan ook zonder woorden. Moeilijke momenten van confrontatie met onzekerheid, met lichamelijke pijn, met moeheid, verveling, verzet. Mooie momenten van verwondering en inspiratie, van ontroering door de natuur, door andere stille mensen.
In het dagelijkse leven vertraag je. Je eet, drinkt, loopt, doucht, poetst je tanden, gaat naar de wc in een trager tempo dan normaal. Dit werkt voor mij als een vergrootglas en tevens aardt het me; ik kom dichter bij de handelingen zelf en dus ook bij mijn lichaam. Ik leef in het moment.
En dan zijn er de dharma instructies. De leraar spreekt over de doelen van de meditatie, wat je ermee kunt bereiken en er is veel analyse van de psychologische factoren die er spelen. Ook zijn er leefregels, die je wel mag maar niet hoeft te volgen, die je wel mag maar niet hoeft mee te reciteren, maar gereciteerd worden ze elke avond wel, hoewel het niet verplicht is om erbij te zijn... maar om dan demonstratief iedere keer weg te blijven is ook zo wat...
Er is een Boeddha beeld, de leraar is een Boeddhist. In zijn retoriek en stemgebruik hoor ik de katholieke die hij ooit vermoedelijk is geweest. Ik krijg ook dezelfde kriebels als in de kerk (uit mijn tijd als koorbegeleider). De inhoud is niet fout. Ik hoor veel wijze woorden. Het spreekt mij zelfs aan, dat maakt het nog enger. Elke avond ga ik er met dat rare gevoel vandaan. De inhoud klopt wel, zegt mijn verstand, het gevoel erbij niet.
Elke dag is er een individueel moment met de leraar. Ik bespreek dit vooral niet met hem. Uit de ervaring van het jaar ervoor weet ik dat ik soms te ver ga. Ik had toen veel moeite om weer thuis te zijn, om mijzelf weer te vinden. Dit keer besloot ik een kleine onafhankelijkheidsstrijd te voeren. Ik heb bijvoorbeeld, tegen de regels in, een aantal keer met mijn vriend gesmst. Het voelde als een noodzaak, als ademhalen. Dat verkoos ik boven de regels: je oefent toch juist om zo trouw mogelijk aan jezelf te leren zijn?
Elke dag is er een individueel moment met de leraar. Ik bespreek dit vooral niet met hem. Uit de ervaring van het jaar ervoor weet ik dat ik soms te ver ga. Ik had toen veel moeite om weer thuis te zijn, om mijzelf weer te vinden. Dit keer besloot ik een kleine onafhankelijkheidsstrijd te voeren. Ik heb bijvoorbeeld, tegen de regels in, een aantal keer met mijn vriend gesmst. Het voelde als een noodzaak, als ademhalen. Dat verkoos ik boven de regels: je oefent toch juist om zo trouw mogelijk aan jezelf te leren zijn?
De laatste avond escaleert het en ik tob me wezenlos.
De laatste dag zou er ter afsluiting een geleide meditatie zijn. Het jaar ervoor liet het allemaal zo sterk binnen komen dat ik er eng van werd en in een soort van waas terecht kwam, en kon na afloop ook moeilijk mijn draai weer vinden. Dit wilde ik dit keer absoluut niet. Aan de andere kant wilde ik ook niet in de aversie belanden, negatief worden en de mooie ervaring verpesten. Dit vormde een dilemma waar ik lang over heb getobd, nagedacht en geschreven.
De laatste dag zou er ter afsluiting een geleide meditatie zijn. Het jaar ervoor liet het allemaal zo sterk binnen komen dat ik er eng van werd en in een soort van waas terecht kwam, en kon na afloop ook moeilijk mijn draai weer vinden. Dit wilde ik dit keer absoluut niet. Aan de andere kant wilde ik ook niet in de aversie belanden, negatief worden en de mooie ervaring verpesten. Dit vormde een dilemma waar ik lang over heb getobd, nagedacht en geschreven.
En ineens wist ik het. Op het moment dat de geleide meditatie met de groep gedaan werd, koos ik spontaan voor mijn eigen weg. De leraar gaf instructies en ik hoorde hem. Ik sloot mijn ogen en zei bij mijzelf: 'ik hoor je stem en ik doe niet mee, ik luister naar mijn adem en blijf zo dicht mogelijk bij mijzelf'. Soms deed ik mijn ogen open, keek af en toe naar buiten en bleef zo vormgeven aan mijn eigen moment. Het voelde als een overwinning. Ik kon me afsluiten zonder af te wijzen, uit keuze, niet uit angst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten