Zoeken in deze blog

dinsdag 20 januari 2015

Harduf

Israël, december 2014, Nederland, januari 2015
(Een deel geschreven als dagboek tijdens mijn verblijf en een deel als beschouwing achteraf)

Uitzicht vanuit Harduf
Spreek uit als Hardoef. Een antroposofische kiboets in de Galilea bergen in het noorden van Israel. Hier zit ik, in een appartement die ik gehuurd heb voor heel de maand december - de plek kwam ik overigens geheel per toeval tegen, wist niet eens dat het bestond... Weg uit de kou, de donkere dagen, de goede sint en andere vrolijkheden, kortom, weg uit 'december in Nederland' (in Israel is het welliswaar chanuka, nog een lichtjes feest waar ik het niet zo op heb, ben nou eenmaal niet zo'n feest(dagen)beest, maar chanuka houdt zich nog redelijk bescheiden, beheerst niet heel het leven en commercie en wordt ouderwets in familiekring gevierd, makkelijker te negeren dus). Met een beetje geluk ga ik naar het (zon!) licht, hopelijk een beetje warmte. Naar 'mijn' land, hoewel ik soms niet meer weet of het nog 'mijn' land is. En toch, bij aankomst valt er iets van mij af. Ik ben hier opgegroeid, het is mijn taal, het vloeit. Dat is 1.

Als rode draad, loopt door mijn verblijf in Israël de vraagt omtrent mijn relatie met het land waar ik ben opgegroeid. Die is al jaren gekenmerkt door dubbele gevoelens. Ik vind lang niet alles fijn hier. Israël heeft behoorlijk wat lelijke kanten. Het zit hem in menselijk gedrag. Luidruchtigheid, brutaliteit, zenuwachtigheid, opdringerigheid. En dan zijn er de pijnlijke persoonlijke gevoelens.

Voor het huis waar ik opgegroeid ben, bij de laurier
Mijn ouderlijke huis

Hier heb ik ooit mijn verdriet opgedaan. Vooral Jeruzalem ademt 'verleden'. Elke hoek en elke plek zitten vol herinneringen. De eerste dagen zit ik daar in een mooie B&B en schommel tussen de aantrekkingskracht van mijn jeugdplekken en de neiging om ze te vermijden. Ik schrijf veel, ik probeer te voelen, dat helpt mij er een beetje doorheen.

B&B Bayit Bagina, Jeruzalem

Na een paar dagen wordt het mij zowel van binnen als van buiten bedrukkend in de stad. Naar het noorden dan maar, naar Harduf. Daar wacht tenslotte mijn buitenverblijf op mij. Een surrealistisch bestaan. Het is al meer dan een week boven de twintig graden, abnormaal ook voor hier, heerlijk natuurlijk. Nu al Voldoende vitamine D aangemaakt voor de rest van de winter. Doel 2 mag dan ook afgevinkt worden.

B&B Bayit Bagina, niet verkeerd...
Een antroposofisch dorpje - of een modern wordend kiboets, zoals de meeste kiboetsim tegenwoordig  - wel met een sterk gemeenschapszin. Er lopen hier drie projecten voor mensen met diverse beperkingen, of speciale behoeftes, zoals het hier heet. Deze volwassenen en jongeren wonen in het dorp onder begeleiding en werken in de velden en de moestuinen, in ateliers en werkplaatsen voor aardewerk, hout en papier, ze naaien, weven, bakken, koken en bedienen in cafés, restaurants en winkels, waar alles uiteraard biologisch en vegetarisch is...Mooi. Later hoor ik dat de meeste inwoners van Harduf werkzaam zijn in deze projecten als begeleiders, leerkrachten, therapeuten, coaches, opleiders van begeleiders e.d

Kama centrum in Harduf
Kama, koffie en aardewerk

Het is een mini maatschappij die bijna ideaal lijkt. Om een compleet plaatje te krijgen, moet je er natuurlijk langer zijn en er dieper in duiken. Ik heb me een beetje aan de oppervlakte gehouden en me als een soort gluurder opgesteld, keek her en der, maakte een praatje en genoot ook vooral van het mooie aanbod en van een leefstijl die bij veel van mijn ideeën en idealen perfect past.

Het restaurant waar alles uiteraard heel gezond is...

Een van de centrale gebouwen


Huis is Harduf

Uit diverse gebouwen klinkt muziek, de laatstejaars blijken te oefenen voor hun eindpresentatie, ik hoor zang en mooi piano-, fluit- en klarinetspel,er lopen jongeren met kostuums rond, en er wordt druk overlegd, gerepeteerd en gecoacht, o.a. onder de wijdse, bijbels ogende, Johannesbroodboom...

Overleg onder de bijbelse boom

Mijn bovenbuurvrouw / huisbazin speelt harp, of is het een lier? Best rustgevend zo door de muren heen. En door de straten zweven ze dan, de (soms) opvallend gekleed antroposofen....




In het midden van het dorp is een soort Garden of Eden, of zo voelt het voor mij, met prachtige bomen en struiken; citroen, sinaasappel, grapefruit, granaatappel, geurende rozen in wit, rood en roze, kruiden, in het midden een fontein met de typische bekkens die het water in elkaar doen overvloeien. Verderop de moestuin, de velden, de bakkerij, de koeienstal, de school met zijn vele gebouwtjes en terreinen, er staat een knuffelboom voor de kinderen...

Garde of Eden

Maar dan, 4 km verder op, Shefaram, een drukke Arabische stad. De straten zijn er te smal, de wegen zijn slecht met gevaarlijke kuilen en niet gemarkeerde drempels waar je zo over de kop heen gaat als je niet heel erg goed oplet, de huizen zijn op elkaar gepropt...

Shefaram, of een van de omliggende dorpen

Gedumpt afval

In de schemering, tijdens mijn wandelingen in het bos dat aan Harduf grenst, klinkt de Muezzin vanuit de omliggende dorpen op de heuvels die Harduf omringen. Ook vroeg in de ochtend bezingen ze de grootheid van Allah en zo (zeker) zes keer per dag. Betoverend vind ik het klinken, zoals vroeger toen ik in Abu-Tur op de grens tussen west en oost Jeruzalem woonde. Wanneer er echter meerdere Muezzins door elkaar zingen, klinkt het, muzikaal gezien, enigszins eng... Later kom ik erachter dat het een digitale Muezzin is, en begin ik er, eerlijk gezegd, ook een beetje genoeg van te krijgen...

Op weg naar Mitzpe Aviv, naar mijn vrienden Armiram en Tilda Goldin, om o.a. hun project, Gedeeld Landschap, te bekijken, rijd ik de eerste keer per ongeluk via Shefaram. Ik geloof gewoon niet wat ik meemaak. Het contrast tussen de leefstijl van de Rudolf Steiner aanhangers, de Arabische dorpen die ze omgeven, en dan de 'reguliere' villa-achtige Joodse plaatsjes die over heel de Galilea verspreid zijn is onwerkelijk. (Tussen haakjes, het feit dat Mitzpe Aviv 'Joods en zionist zijn' als voorwaarde voor residentie is gaan stellen, was voor Amiram en Tilda een reden om deze plaats als protest te verlaten. Na wat jaren zijn ze met gemengde gevoelens toch terug naar hun huis gekeerd. Vandaar uit, zetten ze hun activiteiten voort).

Tilda en Amiram Goldin
Uitzicht op Haifa vanaf het balkon

Het project Gedeeld Landschap zijn Amiram en Tilda gestart ter nagedachtenis aan hun zoon, Omri, die in 2002 is omgekomen in een zelfmoordaanslag op een bus. Het is een groot stuk land, liggend op een heuvel, waar tussen de rotsen de natuurlijk flora - eiken, charob, wilde olijf e.d - wordt aangevuld door gecultiveerde olijfbomen, kruiden, diverse zithoeken, een keuken, picknicktafels ... Er worden workshops gehouden voor schoolkinderen van Joodse en Arabische scholen. Twee vaste klassen die acht keer per jaar, drie jaar lang in dat gedeelde stuk traditioneel landschap diverse activiteiten doen. Ze leren elkaars taal en cultuur kennen d.m.v. spelletjes, eten maken, op een traditionele wijze het land bewerken etc. Ik was overigens van plan om daar te gaan helpen. Een dag heb ik jonge olijfscheuten lopen snoeien en zakken gevuld met zwerfafval, mijn persoonlijke passie... Helaas kon ik niet verder i.v.m rugpijn. Maar ik blijf deze geweldige mensen op diverse manieren steunen. Dit kan overigens iedereen doen d.m.v een donatie.

Gedeeld Landschap
Gedeeld Landschap
De kinderen hebben tweetalige bordjes gemaakt
Rainbow of Hope
Toch frappant, hoe je zo dicht op elkaar kan leven en elkaar bijna niet kennen. De mens is maar eenkennig. Ik betrap mijzelf op hetzelfde. Tijdens mijn verblijf in de Galilea krijg ik regelmatig het gevoel een deel uit te maken van een vlechtwerk van volkeren, culturen en religies; Arabisch, Joods, Christen, Moslim, Bedoeïen, Druze, Bahai. Binnen dit vlechtwerk echter, beweegt iedereen zich binnen de eigen kleur. Ik, als jood, sla uit gewoonte en gemakzucht de Arabische dorpen over, zoek vooral de joodse plekken op, koop in joodse winkels. Ik keek dit keer goed om mij heen en was verbaasd te ontdekken dat de Galilea overwegend Arabisch is, en wat een bloeiend Arabisch leven er in grote steden en dorpen is! Oogkleppen...

Wel valt mij op dat vredesactivisme geen vies woord meer is, er zijn talloze initiatieven voor samenwerking en vrede. Zo is er ook in Harduf, een project voor Joodse jongeren uit heel de wereld die in de Arabische sector vrijwilligerswerk doen, en om nog iets te noemen, mijn stiefmoeder die thuis een verkooppunt heeft voor het prachtige borduurwerk van Palestijnse vrouwen uit de bezette gebieden, vergelijk ook met dit initiatief. Er zijn een aantal gemengde scholen enz. De rij is te lang om te noemen. Jammer dat de media vooral het negatieve belichten.

 Eergisteren verlangde ik naar de zee. Een vriendin zei, ga naar Achziv. Daar heb ik ook mooie jeugdherinneringen, dus gedaan. Vlakbij mijn bestemming wilde ik pinnen en boodschappen doen. De pin-automaat weigerde echter mijn beide passen. Dus moest ik terug naar het stadje Naharia, ook daar geen geluk gehad. En weer de tegenstelling tussen de drukke stad en de pastorale dorpjes langs de kust. De weg naar het strand bleef overigens onduidelijk. Uiteindelijk wilde een aardige man mij zowel de weg naar de kust wijzen, als vijftig euro wisselen waardoor ik uiteindelijk met mijn koffie en croissant, op een rots kon gaan zitten, hopend van de rust te genieten.














Plastic... :(



























Rust was er wel, Israëliërs gaan niet naar zee in de winter, ook is het 24 graden. Een paar vissers, meer niet. Verderop een water glider. Moeilijke rotsten waarover ik mijn enkel bijna heb verzwikt , ik ben zo vernederlands, mijn verwachtingspatroon is Israel totaal ontwent. Ook was er veel vuil op het strand te vinden. Plastic flessen, kledingstukken, een armband van witte plastic kralen die ik heb meegenomen om de kale muren van mijn appartement mee te versieren.

Oh ja, het appartement was bij aankomst onverzorgd, niet schoon en miste veel spullen. Deze mensen zijn blijkbaar ontdaan van alle 'moet' en stressgevoelens en een geworden met de natuurlijke gang der dingen, zodat schoonmaken voor aankomst van een gast niet boven aan hun prioriteitenlijst staat. Maar goed, ook ik heb niet stil gestaan, en hoewel er door mijn hoofd allerlei 'wat denken ze wel', en 'wat en stelletje...' enz heen gingen, probeerde ik toch met vriendelijkheid en geduld te handelen. Mijn smetvrees overwin ik door steeds een stukje schoon te maken en 'eigen' te maken. De eerste avond, toen er een soort gepantserde tor de grote van een kleine pruim rustig mijn slaapkamer voorbij sjokte, belde ik voor de zekerheid naar Amiram om te vragen of ze nog een plekje op de bank hadden. Dat hadden ze. Ik heb het beest naar buiten gedonderd met een bezem en onder een deksel bewaard om het aan de huisbazen te tonen. Zij reageerden met het geruststellende bericht dat er waarschijnlijk meer leven in en om het huis zal zijn... En toch, wonder boven wonder, had ik die nacht goed geslapen!

Honingzuiger in onze tuin
Buulbuul, heel bijzonder voor Arno

Sinds toen ontdooien die mensen beetje bij beetje. Ze worden iets vriendelijker, Ik krijg handdoeken, nieuw keukengerei, een mooie spiegel e.d. Er is een schoonmaakster geweest, zij heeft er vooral een puinhoop van  gemaakt, dat heb ik weer opgeruimd. Het begint ergens op te lijken. Wie weet durf ik nog een keer een maaltijd voor te bereiden. Bij gebrek aan een vaas heb ik de tandenpoets-beker gevuld met bloemen die ik hier en daar geplukt heb. Het was een bizarre gewaarwording, toen ik om negen uur in de avond, door de - anders pikkedonkere, maar nu door de volle maan verlichte - dorpspaden met een snoeischaar op zoek ging naar bloemen. Onderweg hier en daar een schim of een stelletje.... Uit de repetitieruimte klonk pianospel. Pas later herkende ik het stuk als Firth of Fifth van Genesis. Ik gluurde even, een meisje van rond de 16, 17, met rood-zwart haar zat daar zo mooi betoverend te spelen, terwijl ik daar stond met de bloemen in mijn hand... Wat een plek toch.

Soep van verse biologische tomaten... hoe anders?

Nu al een week hier, ben ik de dingen die ik eerst surrealistisch noemde al aardig gewend. Wat gaat dat snel. Ik heb zo mijn ritme gevonden. Overdag een wandeling doen, mensen opzoeken, boodschappen doen, en in de avond, die extreem vroeg begint -  de schemering is al vanaf drie uur voelbaar en om vijf uur valt de avond ineens in en is het helemaal donker, anders donker dan in Nederland, constateert Arno daarna - lees en schrijf ik, doe mijn yoga en meditatie, neem de tijd om alles te verwerken. Ontmoetingen confronteren mij. Nieuwe ervaringen ontroeren mij. Deze tijd is dus nodig.

Bougainville, in diverse kleuren, zo mooi...
Moestuinen in Harduf - een sociaal werkplaats
Kolen en sla, kleurrijk...

Vandaag prachtig gewandeld tussen rotsen en bomen, vlinders, vogels en hardoens gezien.. Ik ben deze natuur ook al ontwend. Ik ken de flora en fauna in Nederland ondertussen beter en raak dus verwonderd door soorten, kleuren en geuren.

Wilde Majoraan in het bos, wat wil je nog meer?
Wat ruist er in het struikgewas?
Pijnbomen en licht...
Hardoen

Tegelijkertijd beweeg ik hier met een bepaald gemak dat te maken heeft met de taal, mijn taal, maar ook met lichaamstaal en non-verbale communicatie. Ik val samen met het menselijke landschap.


Ik word een met de Bougainville

Wanneer Arno aankomt, ben ik al ingeburgerd. We hangen de toerist uit. Wat heeft Israël toch mooie plekken. We bezoeken o.a. de Bahai tuinenRosh Hanikra, Akko, Hachula, en nachal Elal, een mooie waterval in de Golan. Anan komt ook vanuit Tel-Aviv, waar hij vijf weken zit, en neemt deel in deze mooi uitstapjes.

Toeristen in Rosh Hanikra

---

En dan, morgen weer terug. Loslaten. Verzet tegen de kou in Nederland. Verlangen naar dat mooie weer van hier. Beseffen dat beide emoties zo weinig zin hebben. Mij laten meevoeren door de stroom van de gang der dingen...

Ik neem mee: mijn taal die ik heb hervonden. Ik ga meer schrijven in mijn taal, daar waar mijn begrippenlandschap zo fijn vloeit. Ook wil ik meer lezen, meer poëzie, meer bij de tijd blijven. Er is een nieuwe band met het land. Een stuk verleden is misschien een beetje losgelaten. Misschien kan ik nu wel stoppen met tijdens mijn bezoeken hier herhaaldelijk in kringen rond mijn verleden te draaien. Misschien is er ruimte voor nieuwe ervaringen, nieuwe contacten en initiatieven. Meer relativering. Het land is niet mooi of lelijk, maar mooi en lelijk. Het verbaast mij soms hoe het mooie landschap bedorven wordt door de kennis van wat hier allemaal gaande is. Er is geen onschuld meer. Ook de mooie mensen en de mooie plaatsen zijn aangetast.

Mijn leven blijft een tweedeling. In Nederland heb ik een thuis, een plekje, mijn kinderen, mijn vrienden, mijn vriend. Werk, bezigheden, een leven. Maar hier heb ik een oude jas die mij perfect past, ik kruip erin zonder enkele inspanning. Mijzelf zijn lijkt hier simpeler.

Wil ik hier wonen? Nee. Het is een land dat, zoals het gezegde gaat, ''haar bewoners verteert'', het is een moeilijk bestaan. Een paar maanden in de winter wel, er valt hier ook nog zo veel te doen, bij te dragen. We zullen het zien. Maar wat in mij zit kan niet weg, de taal, het licht, de lucht, mijn eigen kleine Israël.



N.B. In maart 2015, na het overlijden van mijn broer, zijn we weer een weekje in Harduf geweest. We hadden het geluk deze ontroerende tentoonstelling te treffen. Kunstwerken van de laatste jaars, jongeren op de vooravond van hun legerdienst, die allemaal een thema mochten kiezen en daar met beeld, tekst en praktijk bezig te zijn. Kijk hier naar de foto's met wat vertaling van mij!